Let op: U gebruikt Internet Explorer. Voor een optimale weergave en werking adviseren wij een andere browser te gebruiken. Zoals Microsoft Edge (Al aanwezig op uw computer) of Google Chrome.

Cliënten geven ons een

7,8

Lees voor
Translate

Met lager intensieve behandelprogramma’s kunnen meer BPS-cliënten worden behandeld

Proefschrift: The Impact of Treatment Intensity on Mentalization-Based Treatment for  Borderline Personality Disorder

Door in te zetten op lager intensieve behandelprogramma’s kan effectieve behandeling voor méér cliënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis toegankelijk worden gemaakt. Dat is de belangrijkste uitkomst van het proefschrift van onze collega en klinisch psycholoog/psychotherapeut Maaike Smits. Op 1 april 2022 promoveert zij op een grootschalig, door ZonMW gesubsidieerd, multicentre onderzoekproject dat ze uitvoerde met collega’s van de Viersprong, Arkin/NPI en Lentis.

Lang niet alle mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis krijgen een behandeling aangeboden volgens richtlijnen. Een van de behandelingen die wel onder die richtlijnen valt is Mentalization-based treatment (MBT). Die wordt aangeboden in verschillende behandelintensiteiten met uiteraard verschillen in bijbehorende kosten. Het onderzoek van Maaike Smits vergeleek twee van die behandelprogramma’s met verschillende behandelintensiteiten op het vlak van effectiviteit en kosteneffectiviteit. Over een tijdsspanne van drie jaar na start van de behandeling lieten cliënten in beide groepen grote verbeteringen zien. De intensievere 5-daagse deeltijdbehandeling bleek niet effectiever en niet kosteneffectiever te zijn dan het 2-daagse intensief ambulante programma. Wel was het verloop van verandertrajecten verschillend in beide groepen, vooral voor wat betreft de verbeteringen in relationeel functioneren. Cliënten in deeltijd verbeterden hierin sneller in de eerste intensieve hoofdbehandelingsfase, terwijl cliënten in intensief ambulant een meer geleidelijke, aanhoudende verbetering lieten zijn tijdens de intensieve fase en de follow-up. In studies naar subgroepen bleek dat ernstigere cliënten niet méér baat hebben bij een hogere intensiteit. Er werd daarnaast enige indicatie gevonden dat fors getraumatiseerde cliënten wellicht baat hebben bij een intensievere setting, hoewel dit resultaat om nog verder onderzoek vraagt.  

Deze resultaten hebben belangrijke implicaties voor het toekomstperspectief op MBT zorg voor cliënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis. Nog maar eens blijkt behandeling van cliënten met borderline persoonlijkheidsstoornis mogelijk, en blijkt er bij groot deel van de cliënten sprake van herstel. Maar bovenal, blijkt uit deze studie dat zeer hoog intensieve behandelprogramma’s daarvoor niet persé noodzakelijk zijn. Door inzet op lager intensieve programma’s, kan goede behandeling toegankelijk worden voor méér cliënten met goede klinische uitkomsten, zo luidt de belangrijkste conclusie in het proefschrift. Daarnaast bieden de resultaten en conclusies in het proefschrift aanleiding voor toekomstige doorontwikkelingen in MBT behandelingen, gericht op het verder vergroten van de effectiviteit, toegankelijkheid en herstelgerichtheid. Proefschrift Maaike Smits

 

Proefschrift Maaike Smits