Let op: U gebruikt Internet Explorer. Voor een optimale weergave en werking adviseren wij een andere browser te gebruiken. Zoals Microsoft Edge (Al aanwezig op uw computer) of Google Chrome.

Cliënten geven ons een

7,8

Vermijdende-persoonlijkheidsstoornis kenmerken

Inhoud van deze pagina over de vermijdende-persoonlijkheidsstoornis kenmerken:

  • Kort: vermijdende-persoonlijkheidsstoornis kenmerken
  • Hoe ontstaat een vermijdende-persoonlijkheidsstoornis?
  • Hoe wordt een vermijdende-persoonlijkheidsstoornis bij de Viersprong vastgesteld?
  • Officiële criteria vermijdende-persoonlijkheidsstoornis (DSM-5)
  • Behandeling van de vermijdende-persoonlijkheidsstoornis
  • Behandeling van de vermijdende-persoonlijkheidsstoornis bij de Viersprong

Kort: vermijdende-persoonlijkheidsstoornis kenmerken

Mensen met een vermijdende-persoonlijkheidsstoornis voelen zich in relaties en vriendschappen vaak erg angstig en onzeker. In contact met anderen vinden ze het moeilijk om open te zijn en zichzelf te laten zien zoals ze zijn. Daarbij bestaat de neiging om vanaf de zijlijn toe te kijken totdat ze er zeker van zijn dat ze geaccepteerd worden. Dit komt omdat iemand met deze problematiek in gezelschap van anderen steeds het angstige gevoel heeft iets verkeerd te doen of te zeggen. Daarbij hebben mensen met dit probleem vaak het idee dat zij stom of saai zijn en zij niets interessants voor anderen te melden hebben. Hij of zij is dan ook steeds bezig met wat anderen van hem of haar zullen denken, en deze invulling is telkens negatief.
Mede als gevolg van deze negatieve invulling van het oordeel van de ander kunnen de meeste mensen met een vermijdende-persoonlijkheidsstoornis heel moeilijk omgaan met kritiek. Opmerkingen van anderen ervaren ze vaak als een bevestiging van hun overtuiging dat ze minderwaardig zijn vergeleken met anderen. Op dat soort momenten kunnen zij zich erg schamen of zien bevestigt dat de ander hen ‘stom’ of ‘raar’ vindt.
Mensen met een vermijdende-persoonlijkheidsstoornis zijn vaak geneigd om de mogelijke gevaren van alledaagse situaties te overschatten en kiezen voor veiligheid en zekerheid door onbekende situaties zo veel mogelijk te vermijden. Zij werken het liefst alleen en kunnen bijvoorbeeld een promotie weigeren omdat de nieuwe positie hen meer op de voorgrond plaatst. Hierdoor worden zij immers meer kwetsbaar voor kritiek van anderen. Hobby’s waar veel sociale contacten bij komen kijken, worden vaak niet aangegaan of na een tijdje gestopt.
Het kost veel energie om steeds maar het gevoel te hebben tekort te schieten. Dit levert stress op. Mensen met een vermijdende-persoonlijkheidsstoornis hebben dan ook vaak stress gerelateerde lichamelijke klachten of angststoornissen. Het vermijden van sociale situaties kan ook leiden tot somberheidklachten. Dit komt vaak door de sociale isolatie en gevoelens van eenzaamheid en een onbevredigd beroepsleven. Mensen met een vermijdende-persoonlijkheidsstoornis hebben dikwijls kenmerken van andere persoonlijkheidsstoornissen, zoals de afhankelijke persoonlijkheidstoornis.

Hoe ontstaat een vermijdende-persoonlijkheidsstoornis?

Uit verschillende onderzoeken blijkt dat 1% tot 5,2% van de mensen uit de algemene bevolking deze stoornis heeft. In de wetenschap is nog niet zoveel bekend over het ontstaan van de vermijdende-persoonlijkheidsstoornis. Waarschijnlijk gaat het om een ingewikkelde mix van factoren die op elkaar inwerken. Deze mix is voor iedereen anders. Iedereen wordt geboren met een ander temperament (je aangeboren sterke kanten en kwetsbaarheden). Zo kun je bijvoorbeeld de aanleg voor angst en somberheid met je geboorte meekrijgen. En iemand die later een vermijdende-persoonlijkheidsstoornis ontwikkelt, zal als kind eerder verlegen zijn geweest dan een flapuit. Hoe deze aanleg zich verder ontwikkelt, is afhankelijk van de ervaringen die je in het leven opdoet.
Dus de combinatie van je aanlegfactoren en je leergeschiedenis verklaren grotendeels je persoonlijkheidsontwikkeling. Als je bijvoorbeeld opgroeit in een gezin waar je ouders erg afstandelijk, kritisch en ogenschijnlijk weinig betrokken bij je zijn zal je eerder een negatief idee over jezelf ontwikkelen. Je leert als kind niet dat je oké bent zoals je bent. Indien er een angstige aanleg aanwezig is, kan dit leiden tot terughoudendheid in contacten met anderen. En doordat je daarmee ook positieve ervaringen uit de weg gaat wordt de vermijding niet doorbroken. Daarbij speelt soms ook de persoonlijkheid van de ouder een rol. Een ouder met een angstig/ vermijdende aanleg zal bijvoorbeeld minder stimuleren om beangstigende situaties op te zoeken. Een overbezorgde ouder kan een kind te weinig de ruimte geven om zijn neus te stoten. Buiten het gezin zijn er veel invloedrijke factoren. Bijvoorbeeld pesten op school, begaafdheid of juist niet, verhuizingen of andere grote veranderingen.

Hoe wordt een vermijdende-persoonlijkheidsstoornis bij de Viersprong vastgesteld?

Naast het voeren van een of meerdere gesprekken met een intaker, worden een interview en verschillende vragenlijsten afgenomen. Op deze manier kan de intaker een zo compleet mogelijk beeld krijgen van de situatie. Dat wil zeggen van de klachten, problemen en van de de achtergrond hiervan. Iemand met een vermijdende-persoonlijkheidsstoornis komt in de spreekkamer vaak verlegen en geremd over en is bang om iets verkeerds of stoms te zeggen. Er is wel behoefte aan contact met anderen, maar gaat dit uit de weg uit angst voor afwijzing. Vaak schaamt zo iemand zich ook voor zijn of haar tekortkomingen. Of dit nu is om hoe ze eruit zien of om wie ze zijn. In de intake fase is het van groot belang dat alle ins en outs op tafel komen. Dit is dus al een eerste uitdaging als je een vermijdende-persoonlijkheidsstoornis hebt.
De uiteindelijke diagnose wordt vastgesteld volgens de richtlijnen die binnen de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) gelden. Op dit moment wordt binnen de GGZ voor de diagnose van persoonlijkheidsstoornissen gebruik gemaakt van de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, in het kort de DSM-5.  Dit is internationaal gezien het meest gebruikte classificatiesysteem voor het vaststellen van persoonlijkheidsstoornissen. Binnen de Viersprong wordt hiervoor gebruik gemaakt van een interview dat de criteria van de DSM-5 uitvraagt. Dit is de meest betrouwbare manier om persoonlijkheidsstoornissen vast te stellen. De vraag daarbij is: past de problematiek in onderstaande omschrijving van de DSM-5.

Officiële criteria vermijdende-persoonlijkheidsstoornis (DSM-5) of ontwijkende persoonlijkheidsstoornis (DSM-IV)

Een diepgaand patroon van geremdheid in gezelschap, gevoel van tekortschieten en overgevoeligheid voor een negatief oordeel, beginnend in de vroege volwassenheid en tot uiting komend in diversie situaties, zoals blijkt uit vier (of meer) van de volgende kenmerken:

  1. vermijdt beroepsmatige activiteiten die belangrijke intermenselijke contacten met zich meebrengen vanwege de vrees voor kritiek, afkeuring of afwijzing
  2. heeft onwil om bij mensen betrokken te raken, tenzij er zekerheid bestaat dat men hem aardig vindt
  3. toont gereserveerdheid binnen intieme relaties uit vrees vernederd of uitgelachen te worden.
  4. is gepreoccupeerd met de gedachte in sociale situaties bekritiseerd te worden of afgewezen te worden.
  5. is in intermenselijke situaties geremd vanwege het gevoel tekort te schieten.
  6. ziet zichzelf als sociaal onbeholpen en voor anderen onaantrekkelijk of minderwaardig.
  7. is uitzonderlijk onwillig persoonlijke risico’s te nemen of betrokken te raken bij nieuwe activiteiten omdat deze hem in verlegenheid zouden kunnen brengen.
  8. [formidable id=5]

Behandeling van de vermijdende-persoonlijkheidsstoornis

Tijdens de behandeling van iemand met een vermijdende-persoonlijkheidsstoornis wordt vaak gewerkt aan het verwerken van opgekropte gevoelens en het herstellen van het vertrouwen in zichzelf en anderen. De motivatie en wil om samen te werken met de behandelaar (vaktherapeut, sociotherapeut en groep) is een voorwaarde voor succes. Wanneer deze zaken aanwezig zijn zal en behandeling bij de Viersprong in de meeste gevallen leiden tot opmerkelijke verbetering en soms zelfs tot volledig herstel. In intensieve psychotherapie kan in veel gevallen binnen drie tot achttien maanden blijvende verbetering in het persoonlijkheidsfunctioneren en een hogere kwaliteit van leven worden bereikt. Dit betekent dat iemand na de behandeling minder klachten kan hebben en beter in staat zal zijn om vriendschappen aan te gaan en te onderhouden. Daarbij is het streven ook dat mensen zich beter kunnen aanpassen en ontwikkelen in hun beroepsleven. Sommigen kunnen een studie oppakken, anderen het werk, weer een ander maakt een carrièreswitch.

Behandeling van de vermijdende-persoonlijkheidsstoornis bij de Viersprong

Voor de behandeling van een vermijdende-persoonlijkheidsstoornis zijn binnen de Viersprong verschillende mogelijkheden. Afhankelijk van de ernst van de problemen, wordt meestal een keuze gemaakt uit een van de volgende zorgprogramma’s:

Disclaimer ten aanzien van deze pagina

De persoonlijkheidsstoornis en de daarvoor geschikte behandeling hebben wij met zo groot mogelijke zorgvuldigheid beschreven op deze webpagina. Het doel daarbij is om u een algemeen beeld te geven van de persoonlijkheidsstoornis en onze mogelijkheden daar een passende behandeling bij te bieden. Echter, de realiteit is vaak veel complexer dan hierboven staat beschreven en daarom zijn wij helaas niet altijd in staat om een passende behandeling te bieden. Vaak is er sprake van meerdere stoornissen die samen voorkomen en dan is het voor ons zoeken naar wat we eerst aanpakken en op welke manier. Het kan dan voorkomen dat wij hiervoor onvoldoende kennis en ervaring in huis hebben, we kijken dan wel waar u wel geholpen zou kunnen worden. Kijkt u voor verdere informatie naar onze disclaimer op https://www.deviersprong.nl/disclaimer.

Ik wil hulp!